Zijnskernmerken
Aan de zijnskernmerken – opvallende en aangeboren karaktereigenschappen – kun je een voorsprong bij kinderen opmerken (Kieboom, 2017), zie figuur 2.1.
- (Hoog-)gevoeligheid (gebaseerd op de theorie over Overexcitabilities van Dabrowski) zijn:
- Psychomotorisch
- Zintuiglijk
- Beeldend
- Intellectueel
- Emotioneel
- Rechtvaardigheidsgevoel
- Kritische instelling
- Perfectionisme
- Autonomie
Hieronder zullen signalen van een ontwikkelvoorsprong c.q. hoogbegaafdheid worden behandeld voor jonge kinderen, kleuter, kinderen en jongeren.
Jonge kinderen
Bij jonge kinderen spreken we vaak over een ontwikkelingsvoorsprong in plaats van over hoogbegaafdheid. Dit heeft te maken met het feit dat jonge kinderen zich asynchroon (met sprongen en op verschillende gebieden) ontwikkelen.
Voorbeelden van signalen van een ontwikkelingsvoorsprong zijn:
- Direct na de geboorte al alert en opmerkzaam om zich heen kijken
- Al in de eerste week het hoofd (willen) optillen en oogcontact maken
- Zich snel vervelen, wat kan uitmonden in veel huilen en druk gedrag, wanneer er niets nieuws te ontdekken valt of wanneer iets niet bevalt
- Vroeg geluiden nadoen en beweeglijkheid
- Gevoelig voor prikkels als aanraken, geluiden, geuren, kleuren, smaken en substanties
- Snel verbanden leggen en oorzaak-gevolg herkennen
- Sterke eigenheid en wil
- Snel verbanden leggen en oorzaak-gevolg herkennen
- Al vroeg gericht lachen
- Gevoel voor hunor
- Al vroeg dingen willen doen, die het kind eigenlijk nog niet kan, wat leidt tot grote frustratie
- Nieuwsgierigheid
- Alles willen meemaken en weinig slapen of een verstoord slaapritme vertonen
- Vroeg staan en lopen
- Snel begrip van woorden, grote woordenschat en al vroeg een inhoudelijk gesprek kunnen voeren
- Vroeg kleuren, letters en andere begrippen kennen
- Contact zoeken met oudere kinderen en volwassenen
- Goed onthouden van gebeurtenissen en gegevens combineren met nieuwe kennis
- Snel onthouden van automerken
- Op zoek naar uitzonderingen en ‘als…dan…’-verbanden
- Herkenbare tekeningen of tekeningen met een heel verhaal
- De lat hoog leggen, faalangst
- Niet aan iets beginnen tot het kind er zeker van is, dat hij/zij het kan: fietsen, zwemmen.
Kleuters
- Gevoelig voor prikkels als aanraken, geluiden, geuren, kleuren, smaken en substanties
- Snel verbanden leggen en oorzaak-gevolg herkennen
- Sterke eigenheid en wil
- Dingen willen doen, die het kind eigenlijk nog niet kan, wat leidt tot grote frustratie
- Nieuwsgierigheid
- Alles willen meemaken en weinig slapen of een verstoord slaapritme vertonen
- Snel begrip van woorden en nuances, grote woordenschat en een inhoudelijk gesprek kunnen voeren
- Vroeg kleuren, letters en andere begrippen kennen
- Contact zoeken met oudere of juist jongere kinderen en met volwassenen
- Geen aansluiting bij leeftijdsgroep
- Inzicht in sociale structuren
- Gevoel voor humor, taalgrappen
- Goed onthouden van gebeurtenissen en gegevens combineren met nieuwe kennis
- Een planning of agenda begrijpen
- Op zoek naar uitzonderingen en ‘als…dan…’-verbanden
- Gedetailleerde tekeningen of tekeningen met een heel verhaal
- De lat hoog leggen, faalangst
- Op school een aangepast kind en thuis uitbarsten
- Vroeg lezen, rekenen, schrijven
- Dromerig
- Dominant in de groep, leiding nemen
Kinderen en jongeren
Ieder kind is uniek en geen enkel hoogbegaafd kind of jongere is dan ook hetzelfde. Wel kunnen we een aantal gemeenschappelijke kenmerken identificeren en zijn er profielen ontwikkeld om diverse hoogbegaafde leerlingen op school te kunnen herkennen.
- Ongewoon goed ontwikkeld geheugen, onder andere voor gebeurtenissen of de weg ergens naar toe
- Vroeg bewust van leven en dood; belangstelling voor filosofische vraagstukken
- Leergierig en nieuwsgierig; veel ‘waarom’-vragen en doorvragen
- Concentratievermogen
- Met veel onderwerpen tegelijkertijd bezig zijn, associatief denken
- Vroegtijdige taalontwikkeling, grote woordenschat, ingewikkelde zinsconstructies en weinig grammaticale fouten
- Uitgesproken wiskundig inzicht, begrip van getalbeelden, concepten en structuren
- Gevoel voor humor
- Diverse interesses
- Hekel aan routinematig werken, herhaling en automatisering
- Originele ideeën en oplossingen
- Perfectionistisch, de eigen lat hoog leggen, faalangstig
- Draagt andere onderwerpen aan of zegt juist niets in de groep
- Hoofdpijn, buikpijn of andere lichamelijke klachten als eczeem
- Weinig uitleg nodig
- Ongewone verbeeldingskracht
- Kan op school een heel ander kind zijn dan thuis, waardoor je het over een totaal ander iemand lijkt te hebben.
Betts en Neihart (2010) hebben in de loop van de jaren diverse profielen van hoogbegaafde leerlingen omschreven en deze in 2010 gereviseerd, zie figuur 2.?.
Uiteraard past bijna niemand volledig binnen een profiel, combinaties zijn mogelijk,
(zie aaa).
Het SLO heeft deze profielen verder uitgewerkt en een placemat ontwikkeld, waarop de belangrijkste kenmerken omschreven zijn,
(zie bbb).
Volwassenen
Allereerst kan het nuttig zijn de kenmerken van (jonge) kinderen en jongeren eens te bekijken en terug te kijken naar hoe u als kind bent geweest. Hoogstwaarschijnlijk levert dit al veel herkenning op.
Verdere signalen kunnen zijn:
- Een sterk gevoel ‘anders’ te zijn dan anderen
- Een sterk rechtvaardigheidsgevoel
- Groot gevoel voor humor
- Problemen met autoriteit, geen gevoel voor status
- Non-conformistisch
- Wereldverbeteraar/idealist
- Hoge verwachtingen hebben, vooral van uzelf
- Snel verveeld, veel wisselingen in opleiding/baan
- Innerlijke onrust, piekeren, ‘juke-boxen’
- Snel oplossingen zien, associatief denken
- Volledig kunnen opgaan in iets dat u interesseert en daar dan ook veel tijd aan besteden
- ‘te’ veel/diepgaand/intens
- Gevoelig
- Psychomotorisch
- Zintuiglijk
- Beeldend
- Intellectueel
- Emotioneel
- Creatief
- Intuïtief
- Uitstelgedrag
- Vaak het gevoel onder niveau aan het werk te zijn
- Neiging tot experimenteren
- Divergente denkstijl